‘Wij zijn de tijden’ is een van de bekendste uitspraken van theoloog en kerkvader Augustinus (354-430). Met deze uitspraak roept hij op om verantwoordelijkheid te nemen voor alles wat wij zelf doen, de rol die wij zelf spelen in de tijd waarin wij leven.

bron: Pixabay, falco
De laatste tijd lijken grote problemen de wereld zoals wij die kennen drastisch te wijzigen: een president in de Verenigde Staten die er geen twijfel over laat bestaan dat de wereld buiten de VS (wij dus ook) voor hem alleen interessant is als hij er wat aan kan verdienen. De ‘broederband’ die door de Tweede Wereldoorlog was ontstaan interesseert hem niet. Het kan een keerpunt zijn waarin Europa meer gaat vertrouwen op, maar vooral ook werken aan, eigen zelfstandigheid. Tot nu toe hebben we tamelijk kritiekloos vertrouwd op onze ‘natuurlijke’ bondgenoot Amerika. Nu blijkt dus dat het vertrouwen dat wij in de VS hadden een wankele basis heeft.
Asielbeleid
Ook in eigen land zien we ontwikkelingen waar je je voor kunt schamen: als één van de rijkste landen ter wereld hebben we een minister van Asiel en Migratie die er trots op is dat ze het ‘strengste (lees ‘meest harteloze’) asielbeleid ooit’ ontwikkelt. Zijn we het eens met die aanpak? Spreken we er met elkaar schande van? Reacties gaan vooral over de vraag of de aanpak juridisch mogelijk is. Er wordt weinig aandacht gegeven aan morele vragen. In hoeverre laten we het deze minister weten als we het niet met deze aanpak eens zijn? Hoe laten we het haar zelf weten als wij ons schamen voor dit beleid?
De minister beweert dat er ‘een asielcrisis wordt ervaren’. Als we zien hoe er in het land wordt gereageerd op plannen voor locaties voor asielopvang lijkt ze gelijk te hebben. Over tegengeluiden van mensen die asielzoekers wèl een plek willen bieden, lezen en horen we weinig. Zijn ze er niet of zijn ze niet ‘schokkend’ genoeg voor de media om er aandacht aan te besteden? Een interessante uitspraak is daarbij wellicht: ‘Wil je aandacht? Wees dan ergens tégen. … Wil je iets bereiken? Wees dan ergens vóór.’
Kardinale deugden
In een prachtig interview in Buitenhof van 22 december 2024 vertelt Beatrice de Graaf (faculteitshoogleraar Geschiedenis van de internationale betrekkingen aan de Universiteit Utrecht) dat er 7 kardinale deugden worden onderscheiden:
Aristoteles (384 – 322 v. Chr) onderscheidde: beheersing, moed, rechtvaardigheid en wijsheid en Augustinus (354 -430) voegde daar geloof, hoop en liefde aan toe. Deze kardinale deugden zijn nodig voor een goed bestuur, maar we kunnen die ook zelf inzetten om te werken aan een samenleving die ons (wel) aanspreekt.
Als we het niet eens zijn met wat er in ons land gebeurt moeten we niet wijzen naar mensen die het volgens ons niet goed doen, maar kunnen we onze eigen overwegingen meer over het voetlicht brengen en zo laten zien wat wij zelf belangrijk vinden, bijvoorbeeld door een petitie mede te ondertekenen of ons aan te sluiten bij een (politieke) organisatie die zich inzet voor een doel dat wij belangrijk vinden. Maar ook door met elkaar te praten over, maar vooral ook te werken áán, een hoopvolle toekomst; een toekomst waarin ook jongere generaties kunnen genieten van Gods rijke schepping waarin mens en natuur weer samenwerken.
Preek 80
Augustinus zegt in preek 80 tegen zijn toehoorders dat zij zelf een rol spelen in de wereld waarin zij leven:
‘En daarom zeg ik, broeders en zusters: bid zoveel u kunt. Er is een overvloed aan slechte dingen en dat heeft God zelf toegelaten. Was er maar geen overvloed aan slechte mensen, dan zou er ook geen overvloed zijn aan slechte dingen. Het zijn slechte tijden! Het zijn moeilijke tijden! Dat zeggen de mensen tenminste. Laten we liever goed leven, dan worden de tijden vanzelf goed. Wij zijn de tijden. Zoals wij zijn, zo zijn de tijden.’
Hoe zijn wij?
Bert Wolters